Een visie op een toekomstige EU met vier soorten lidmaatschap – waaronder een ‘EU-lite’ voor landen als Groot-Brittannië – is ingediend door een groep academici die in opdracht van Frankrijk en Duitsland toekomstige hervormingen hebben overwogen.
Het voorstel komt op het moment dat de Britse oppositieleider Keir Starmer tegen de Franse president Emmanuel Macron zei dat hij een “nog sterkere” relatie tussen de twee landen wilde opbouwen als hij de macht zou winnen bij de nationale verkiezingen die gepland staan voor volgend jaar.
Nu de oorlog in Oekraïne de honger naar uitbreiding heeft doen toenemen, heeft het EU-leiderschap de dringende noodzaak erkend om na te denken over de vorm van het blok, dat zou kunnen groeien van 27 leden naar maar liefst 36 landen.
Een rapport dat dinsdag door Frankrijk en Duitsland werd gepresenteerd, riep de EU-instellingen op om een reeks hervormingen door te voeren die tegen 2030 klaar moeten zijn om nieuwe leden zoals Oekraïne te accepteren.
Deskundigen van de twee Europese zwaargewichten hebben de voorstellen opgesteld die gericht zijn op het stroomlijnen van de manier waarop het blok werkt, nu Brussel de grootste expansiegolf in decennia beschouwt.
Het rapport vertegenwoordigt niet de officiële Duitse of Franse standpunten, maar zal een bijdrage leveren aan de debatten op komende topconferenties van 46 Europese landen en een informele bijeenkomst van de 27 EU-leiders op opeenvolgende dagen in oktober in Granada in Spanje.
“Het is duidelijk dat de uitbreiding van de EU in ons aller belang is”, zei de Duitse minister van Europa, Anna Lührmann, die het rapport samen met haar Franse tegenhanger in Brussel presenteerde.
“We moeten daarom nu al het mogelijke doen om ervoor te zorgen dat de EU klaar is voor deze uitbreiding.”
De werkgroep van twaalf academici en juristen kreeg de opdracht om een ‘blauwe denkoefening’ uit te voeren over een toekomstig Europa.
Eén suggestie is om verschillende lidmaatschapsgraden aan te bieden, waaronder een binnenste cirkel van landen met “diepe integratie in gebieden als de eurozone en het Schengengebied”.
De volgende concentrische cirkel zou bestaan uit de huidige EU, met een derde cirkel van ‘geassocieerde leden’ die deelnemen aan de interne markt, waaronder bijvoorbeeld Noorwegen, dat zich in de Europese Economische Ruimte bevindt en toegang heeft tot het handelsblok.
De vierde cirkel zou een ruimte kunnen zijn voor landen als Groot-Brittannië, waar ‘politieke samenwerking zou plaatsvinden zonder gebonden te hoeven zijn aan het EU-recht’.
De 46 Europese leiders die volgende maand in Spanje bijeenkomen, maken al deel uit van de jonge Europese Politieke Gemeenschap, waartoe ook Groot-Brittannië en andere niet-EU-leden zoals IJsland, Servië, Kosovo, Georgië en Moldavië behoren.
Andere hervormingen die worden geopperd zijn onder meer een verandering van unanieme naar gekwalificeerde meerderheidsstemming op belangrijke terreinen zoals belastingen, financiën en buitenlandse zaken, ten gunste van een gekwalificeerde meerderheid, zeiden ze.
Dit zou in sommige landen wijzigingen in de Europese verdragen en referenda vereisen.
“Regeringen hebben erkend dat verdere uitbreiding zonder behoorlijke institutionele hervormingen het voor de EU nog moeilijker – zo niet onmogelijk – zou maken om besluiten te nemen”, aldus het rapport.
De deskundigen bevelen mogelijke opt-outs aan, waardoor landen die op hun hoede zijn voor het gebruik van hun vetorecht, niet akkoord kunnen gaan met besluiten waartegen zij zich verzetten.
Het rapport voorziet ook in het inkorten van de beruchte bureaucratie in Brussel door het aantal commissarissen dat door de lidstaten in de uitvoerende macht van de EU wordt voorgedragen, te verminderen.
Als sommige lidstaten niet willen meewerken aan het wijzigen van de verdragen van de EU, zeggen de experts dat een “coalitie van bereidwilligen” hervormingen zou kunnen doorvoeren in een nieuwe “binnenste cirkel” van landen.
Lührmann zei dat het rapport “zeer positief” was ontvangen tijdens een bijeenkomst van de ministers van Europese Zaken van de EU die dinsdag in Brussel werd gehouden.
Maar de Spaanse minister Pascual Navarro, die bij de bijeenkomst aanwezig was, zei dat de gesprekken hadden aangetoond hoe ver de lidstaten van elkaar verwijderd waren op belangrijke kwesties.